Het openbare pensioenstelsel in Spanje beschouwt onvrijwillige vervroegde uittreding als een optie voor mensen die hun baan verliezen door omstandigheden buiten hun wil om. Deze regeling houdt echter in dat er verminderingscoëfficiënten worden toegepast die kunnen oplopen tot 30% van het totale bedrag en die gedurende het hele leven van de gepensioneerde van kracht blijven.
Deze situatie treft vooral oudere werknemers die na hun ontslag niet meer terugkeren op de arbeidsmarkt. Velen kiezen ervoor om een speciale overeenkomst met de sociale zekerheid te sluiten om hun premiebasis te behouden, een maatregel die in theorie aanzienlijke verminderingen van het toekomstige pensioen zou moeten voorkomen.
Een vroeg beroepsleven en 45 jaar werken

Begon zijn beroepsleven op 14-jarige leeftijd en werkte het grootste deel van zijn carrière bij een voedingsmiddelenbedrijf, waar hij uiteindelijk afdelingshoofd werd. In 2009, op 53-jarige leeftijd, werd hij vanwege de economische crisis ontslagen, waardoor hij een beroep moest doen op een werkloosheidsuitkering en vervolgens op een speciale overeenkomst met de sociale zekerheid.
Zoals hij aan ‘NoticiasTrabajo’ uitlegt, adviseerde een ambtenaar hem een maandelijkse bijdrage van 400 euro te betalen, wat hem een pensioen van ongeveer 2.100 euro zou garanderen.
oen hij echter op 61-jarige leeftijd vervroegd pensioen aanvroeg, bedroeg het toegekende pensioen uiteindelijk 1.639,66 euro per maand, wat na aftrek van inkomstenbelasting uiteindelijk neerkomt op 1.450,61 euro.
Vervroegde pensionering: toepassing van coëfficiënten en administratieve fout

De gepensioneerde beweert dat hij benadeeld is door een administratieve fout van de sociale zekerheid, waardoor hij maandelijks 600 euro aan pensioen misloopt. Dit komt doordat in plaats van de laatste 25 jaar van premiebetaling in aanmerking te nemen, zoals de huidige regel voorschrijft, alleen de laatste 15 jaar in aanmerking zijn genomen, waarbij zijn hoogste premiebetalingen bij dat voedingsmiddelenbedrijf buiten beschouwing zijn gelaten.
Nadat hij naar het kantoor van de sociale zekerheid was gegaan om de fout te laten corrigeren, erkende de ambtenaar volgens zijn verhaal dat hij “een fout had gemaakt”. Besloot naar het provinciale directoraat van de sociale zekerheid te gaan om zijn zaak rechtstreeks aan de secretaris van de instantie voor te leggen. Hij vond dat wat ze met zijn pensioen hadden gedaan na 45 jaar premie betalen “niet eerlijk” was. Tijdens de vergadering antwoordde de secretaris dat hij “niet de wet bepaalde”, dat dit de geldende regelgeving was en dat zijn vervroegde pensionering een korting van bijna een kwart van zijn pensioen betekende.
Perceptie van onrechtvaardigheid
In het interview met ‘NoticiasTrabajo’ heeft zijn ontevredenheid over de situatie kenbaar gemaakt, die hij als onrechtvaardig beschouwt. “Ik ben op mijn veertiende begonnen met werken en toen ik vijftig was, merkte ik dat niemand me nog wilde aannemen. Daarna heeft de sociale zekerheid me een klap van 600 euro per maand gegeven… bedenk dat dat 7.200 euro per jaar is en dat dat zo blijft tot ik sterf”, klaagt hij.
De betrokkene is van mening dat het pensioenstelsel geen waarde hecht aan de inspanningen van degenen die tijdens hun werkzame leven het meest hebben bijgedragen. Hij wijst erop dat het niet eerlijk is dat werknemers met meer dan vier decennia aan premiebetaling zo’n hoge korting krijgen, terwijl anderen met slechts 15 jaar premiebetaling – maar in de laatste fase van hun werkzame leven – betere toeslagen en aanvullingen kunnen krijgen.


